Mini Beam 380 Waterdichte Moving Head Light (16CH) GEBRUIKERSHANDLEIDING

Mini Beam 380 Waterdichte Moving Head Light (16CH) GEBRUIKERSHANDLEIDING

Inleiding

Inhoud

Hoofdstuk 1 Installatie en aandacht...................................................................................... 1

1. Onderhoud........................................................................................................ 1

2. Verklaring............................................................................................................ 1

3. Veiligheidsmaatregelen................................................................................................. 1

4. Kabelverbinding (DMX).................................................................................. 1

5. Rigging (Optioneel)............................................................................................... 2

6. RDM-NOTE....................................................................................................... 3

Hoofdstuk 2 Paneelbediening................................................................................................. 4

1. In het kort.................................................................................................................. 4

2. Bediening............................................................................................................ 5

1. Armatuur bedienen met knop of schakelaar................................................................. 5

2. Parameterwaarde instellen.................................................................................. 4

3. Boolean-parameter instellen.............................................................................. 6

4. Submenu (Parameter)....................................................................................... 6

5. Anti-false touch-bewerking van toets.................................................................... 7

3. Bediening en parameterinstructie....................................................................... 8

1. DMX-adresinstelling.................................................................................... 8

2. Instelling van het fixture-bedieningsmodus........................................................................ 9

3. Display instellen................................................................................................. 1 0

4. Scene........................................................................................................ 1 0

5. Lichtparameter instellen................................................................................. 1 2

6. Status en informatie................................................................................. 1 3

Hoofdstuk 3 Kanaalomschrijving......................................................................................... 1 5

1. Kanaaltabel.................................................................................................... 1 5

Hoofdstuk 1 Installatie en aandacht

1. Onderhoud

Om het risico op elektrische schok of brand te verminderen, mag deze unit niet blootgesteld worden aan regen of vocht.
Tussenpozen in gebruik verlengt de levensduur van dit product.
Reinig de ventilator, ventilatorrooster en optische lens om een goede werkingstoestand te garanderen.
Gebruik geen alcohol of andere organische oplosmiddelen om het chassis af te vegen.

2. Verklaring

Het product heeft een perfecte prestatie en onbeschadigde verpakking. Alle gebruikers moeten strikt in overeenstemming zijn met de waarschuwingen en bedieningsinstructies. Anders zijn wij niet verantwoordelijk voor enige gevolgen van verkeerd gebruik. Elke schade die voortkomt uit verkeerd gebruik valt niet onder de garantie van het bedrijf. Elke storing of probleem die ontstaat door het negeren van de handleiding valt ook niet onder de verantwoordelijkheid van de dealers.

Opmerking: Alle informatie kan zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.

3. Veiligheidsmaatregelen

Om de levensduur van het product te garanderen, plaats het alstublieft niet in vochtige omgevingen of in een temperatuur boven de 60 graden.
Monteer deze unit altijd op een veilige en stabiele manier.
Installatie of demontage moet worden uitgevoerd door een professionele ingenieur.
Bij gebruik van lampen mag de spanningsverandering binnen ±10% zijn. Als de spanning te hoog is, verkort dit de levensduur van de lamp; als deze te laag is, beïnvloedt dit het effect.
Zet het apparaat pas na 20 minuten weer aan nadat het volledig is afgekoeld. Vaak aan- en uitschakelen vermindert de levensduur van lampen; tussentijds gebruik verlengt de levensduur van lampen.
Om ervoor te zorgen dat het product goed wordt gebruikt, lees de handleiding alstublieft zorgvuldig.

4. Kabelaansluiting (DMX)

Gebruik een kabel die voldoet aan de specificaties EIA RS-485: 2-polig gedraaid, afgeschermde, 120Ohm karakteristieke impedantie, 22-24 AWG, laag capaciteit. Gebruik geen microfoonkabel of andere kabel met afwijkende eigenschappen. De eindverbindingen moeten worden gemaakt met XLR-type 3- of 5-pens stekker/buchsa. Een afsluitstekker moet worden ingevoegd in de laatste projector met een weerstand van 120Ohm (minimaal 1/4 W) tussen de aansluitklemmen 2 en 3. Figuur 1 toont een signaal lijnverbindingsdiagram (de afbeelding in de figuur is een voorbeeld en geeft niet het werkelijke uiterlijk van dit product weer).

BELANGRIJK: De draden mogen elkaar of de metalen behuizing van de stekkers niet raken. De behuizing zelf moet worden verbonden met de schermfolie en met pen 1 van de stekkers.

Figuur 1 Diagram van de DMX-kabelverbinding

5. Ophanging (optioneel)

Zoals te zien is in figuur 2 (de afbeelding van de fixture is een voorbeeld en geeft niet het werkelijke uiterlijk van dit product weer), kan deze apparatuur in elke richting van het podium worden gepositioneerd en vastgemaakt met klemmen. Het vergrendelingssysteem maakt het gemakkelijk om vast te bevestigen aan de beugel.

Let op! Twee klemmen zijn nodig om de apparatuur vast te zetten. Elke klem wordt vergrendeld met een bevestigingsmiddel van het 1/4-type. Het bevestigingsmiddel kan uitsluitend met de klok mee worden vergrendeld.

Let op! Bevestig een veiligheidskabel aan het extra gat in het zijwaarts aluminium stuk. Het secundaire accessoire mag niet aan de transportgreep hangen. Klem de apparatuur stevig vast op de beugel.

Controleer of de riggingklem (zonder de klem die van binnen zit) beschadigd is of niet. Als deze tien keer het gewicht van de apparatuur moet dragen, moet de constructie in staat zijn om tien keer het gewicht van alle apparatuur, klemmen, bedrading en andere extra fixtures te dragen.
Schroeven voor het vastklemmen moeten stevig worden bevestigd. Gebruik één M12-schroef (klasse 8,8 of hoger) om de beugel vast te klemmen, en draai daarna de moeren erop vast.
Breng de twee ophangpunten onderaan de klem in evenwicht. Steek de bevestiging vanaf de onderkant in en vergrendel de twee hendels door een kwartslag naar rechts te draaien; installeer vervolgens een andere klem.
Installeer op een veiligheidskabel die minstens tien keer zo zwaar is als het apparaat. De aansluiting van de accessoires is bedoeld voor klemmen.
Controleer of de pan/tilt-vergrendeling ontgrendeld is. Houd een afstand van minstens 1 meter aan tussen het apparaat en ontvlambare materialen of lichtbronnen.

6. RDM-notitie

RDM is een uitgebreide versie van het DMX512-A-protocol. Het is een protocol voor externe apparaatbeheer. De communicatie van het traditionele DMX512-protocol is eenrichtingscommunicatie. Het protocol is gebaseerd op de RS-485-bus. RS-485 is een tijddelings multipoint, half-duplex protocol. Tegelijkertijd mag slechts één poort uitvoeren. Daarom dient er aandacht besteed te worden aan het gebruik van RDM. De volgende punten zijn belangrijk:

Gebruik een console of hostapparaat die het RDM-hostprotocol ondersteunt.
Gebruik een bidirectionele signaalversterker, de traditionele eenzijdige signaalversterker is niet geschikt voor het RDM-protocol, omdat het RMD-protocol retourgegevens nodig heeft, het gebruik van een eenzijdige versterker blokkeert de retourgegevens, waardoor geen fixture kan worden gevonden;
Alle fixtures moeten worden ingesteld op DMX-modus om ervoor te zorgen dat er slechts één host op de kabel is.
Een 120 ohm impedantie-aanpassingsweerstand moet tussen de aansluitklemmen 2 en 3 van de eindplug worden geplaatst. Wanneer de signaalkabel langer is, vermindert dit de signaalreflectie en maakt het het differentiaalsignaal stabiler, wat gunstig is voor de communicatiekwaliteit.
Wanneer de fixture acceptatie van DMX-besturing toont, maar niet kan worden gevonden door de RDM-host, controleer dan eerst de signaalversterker en vervolgens of de signaalkabels 2 en 3 een slechte contact hebben.

Hoofdstuk 2 Paneelbediening

1. Inleiding

Het diagram van het bedieningspaneel wordt weergegeven als figuur 3. Het bovenste gedeelte toont de titel voor de fixture-beschrijving. De witte tekst in de rechterbenedenhoek geeft de foutstatus van de fixture weer (wanneer de foutinformatie niet wordt bekeken, wordt "ERR" weergegeven, anders wordt "NOR" weergegeven). De statusbalk eronder toont de signaalstatus van de huidige fixture, fixturestatus, communicatiestatus, enzovoort (het paneel in de afbeelding is een voorbeeld en geeft niet het werkelijke uiterlijk van het productpaneel weer. Kies voor verwijzing een paneel van hetzelfde type als uw product).

Het RDM-protocol is ingebed in de fixture. De gebruiker stelt het DMX-adres in via een kabel met behulp van een controller die de RDM-functie ondersteunt. Wanneer de controller de fixture scant, geeft het scherm 'RDM' weer, wat aangeeft dat RDM werkt.

Opmerking: Vermijd beschadiging van het TFT-scherm. Gebruik geen scherpe voorwerpen om op het scherm te tikken.

Figuur 3-1 Diagram van het bedieningspaneel met vijf knoppen

Figuur 3-2 Diagram van het bedieningspaneel met draaiknop

2. Bediening

1. Bedien de fixture met behulp van de touchdraaiknop of knop

Het linker gebied is het weergavegebied, het rechter gebied is het invoergebied. U kunt de toets of knop gebruiken om de cursor te bedienen en het item te selecteren dat ingesteld of bekeken moet worden, en vervolgens op de "ENTE" knop drukken om de bewerking te voltooien.
Voor de knop zoals weergegeven in figuur 3-2, kan de cursor omhoog of omlaag worden bestuurd door in verschillende richtingen te draaien, en door op de knop te drukken kunt u bevestigen. Als u terug wilt gaan, draait u de knop zodat de cursor op de terug-knop op het scherm komt te staan, drukt u op de knop om te bevestigen en terug te keren.

2. Instellen van parameterwaarden

Wanneer het geselecteerde item een waarde is die moet worden aangepast, verschijnt het dialoogvenster zoals weergegeven in figuur 4.

Figuur 4: Instelling van waarde - dialoogvenster

Waarde aanpassen ：De gewenste waarde kan worden ingesteld door op de knoppen "Omhoog" en "Omlaag" te drukken of door de knop te draaien.
Waarde opslaan ：Nadat u de gegevens hebt ingesteld door op de knop te drukken, drukt u op de "ENTE" knop. De waarden worden direct opgeslagen in het interne geheugen en de opgeslagen waarden worden toegepast op de fixture bij de volgende keer dat de machine wordt ingeschakeld.

3. Instelling van Booleaanse parameter

wanneer de geselecteerde parameters een Booleaanse waarde zijn (zoals AAN of UIT), kunt u de instelling direct wijzigen door op het bijbehorende item te klikken, de instelling wordt direct opgeslagen.
Wanneer de parameter een sleutelitem is, klikt u op het bijbehorende item, er verschijnt een dialoogvenster zoals weergegeven in Figuur 5, waarin om bevestiging wordt gevraagd. Klik op 'bevestigen' om te bevestigen.

Figuur 5 Bevestigingsdialoog

4. Submenu (parameter)

Figuur 6 Diagram van het parametermenu

3. Bediening en parameterinstructie

Klik op een item in het hoofdmenu om het bijbehorende submenu te openen zoals weergegeven in Figuur 6. In het hoofdmenu klikt u op de functietoets 1/6 om naar het bijbehorende parametermenu te gaan.

1. DMX-adresinstelling

Ga naar de pagina zoals weergegeven in Figuur 6-1, hier kunt u het DMX-adres van de fixture, modus van het kanaal, enzovoort instellen.

Figuur 6-1

De menu-instellingen van de fixture hebben de instelling van adressen geoptimaliseerd. Enkele instellingen van het adres zijn als volgt:

Selecteer "Vorige" of "Volgende", de fixture berekent op basis van het huidige adres en kanaalmodus automatisch het volgende of vorige adres, waardoor de adresinstelling snel kan worden uitgevoerd;
Klik op de adreswaarde, u kunt het numerieke bewerkingsvenster openen, waar u elk geldig adres kunt instellen. Het fixture-systeem haalt automatisch het huidige aantal kanalen op en filtert automatisch de onbruikbare adressen (512 - het huidige aantal kanalen).
Fixture ondersteunt het RDM-protocol, het remote-adres kan via RDM worden ingesteld.

Biedt één knop:

Kanaalmodus: u kunt verschillende kanaalmodi kiezen door te wisselen.

2. Instelling van de bedrijfsmodus van de fixture

Figuur 6-2

Via de pagina die in figuur 6-2 wordt weergegeven, kan de bedrijfsmodus van de lamp ingesteld worden en kan de lamp bediend worden. De lamp ondersteunt vier bedrijfsmodi (DMX-modus, automatische modus, spraakbesturingsmodus en scenemodus). Voor gedetailleerde parameterinstellingen kunt u verwijzen naar de vorige sectie. Specifieke parameterbeschrijvingen zijn als volgt:

bedrijfsmodus

DMX-besturing	DMX-modus, ontvangt DMX-signaal, RDM-signaal
Automatisch afspelen	De lamp werkt automatisch volgens ingebouwde programma's
Geluidsbesturing	Wanneer de lamp een hard geluid detecteert, voert zij automatisch een scène uit volgens het ingebouwde programma. Anders blijft zij in de laatst gebruikte scène
Scenemodus 01	werkt in een ingestelde scène, waarbij het bewerken van 10 verschillende scènes grotendeels wordt ondersteund
	1~10	voert de gespecificeerde scène uit
	AUTO	Herhaalt automatisch de uitvoerscène in de ingestelde scènetijd (niet-nul) volgorde, en de scène met tijd 0 wordt automatisch genegeerd
M/S Kiezen	Selectie van master/slave, niet-DMX-modus is actief, selecteer de modus van de data-uitvoer, apparaat detecteert automatisch de DMX-kabelstatus en schakelt de uitvoer om, voorkomt dataconflicten
	Meester	apparaat voert ingebouwd programma uit. Als DMX geen signaal heeft, wordt data uitgevoerd (synchronisatie), anders wordt er geen data uitgevoerd.
	Slaaf	apparaat voert ingebouwd programma uit en voert geen data uit
	AUTO	Als DMX geen signaal heeft, zal het apparaat het ingebouwde programma uitvoeren. Anders zal het apparaat in DMX-modus werken (volg DMX).
Lamp schakelaar	(Lamplichtbron) pop-up bevestigingsvenster, selecteer "SURE" om de huidige bewerking te bevestigen, lamp aan- of uitschakelen, schakeltijd beperkt tot 30 seconden
	Afgeschakeld	de huidige lampuitvoer is uit
	Aan	De huidige lampuitvoer is ingeschakeld

Scènemodus is van toepassing op één of een klein aantal armaturen, voert een vaste scène uit of moet een eenvoudig programma worden uitgevoerd; u hoeft geen verbinding te maken met de console, op de scènepagina kan worden bewerkt.

Indien de lichtbron een lamp is, wacht dan 10 minuten alvorens de lamp uit te schakelen.

3. Instelling van het scherm

Figuur 6-3

De armatuur ondersteunt Chinese en Engelse weergave, omgekeerde weergave, enzovoort. Voer de bijbehorende parameterinstellingen in zoals weergegeven in figuur 6-3. De specifieke menu-inhoud is als volgt:

SCHERMWEERGAVE INSTELLEN

Taal	taalinstelling weergave
	Engels	Weergave in het Engels
	Chinees	Weergave in het Chinees
Schermspreker	Scherm instellen op 30 seconden zonder bediening, de weergave-inhoud of methode van het scherm.
	Afgeschakeld	Bewaar de laatst gebruikte pagina
	Modus1	Zwart
	Modus2	Blank scherm, met rechtsbeneden de adrescode van de huidige fixture.
	Modus3	Toon handelsmerkinformatie, adrescode en bedieningsmodus.
	Modus4	Toon handelsmerkinformatie, adrescode en bedieningsmodus, dit blijft 30 seconden staan, daarna blank scherm.
Schermrotatie	Stel de beeldscherminstelling in.
	Afgeschakeld	Geen omgekeerde weergave
	Aan	Omgekeerde weergave
DMX-aanduiding	Stel de aanduidingsmodus van de DMX-signaalindicator in.
	Modus1	Wanneer het signaal brandt, is het geen signaal uit.
	Modus2	Wanneer het signaal uit is, is het geen signaal brandt.
	Modus3	Wanneer het signaal knippert, is het geen signaal uit.
Beeldschermlamp	Stel de achtergrondverlichting van het scherm in op 10 seconden zonder bediening
Beeldschermlamp	1~10	10

4. Scene

Ga naar de pagina zoals weergegeven in Figuur 6-4 (het kanaal in de afbeelding is slechts een voorbeeld van de functie; raadpleeg de kanaaltabelbeschrijving in de volgende sectie voor de specifieke kanaaltabel van dit product), en de fixture gaat de scenariobewerkingsmodus in. Bijvoorbeeld, op deze pagina, wanneer de optie [Besturingsmodus] is uitgeschakeld, ontvangt de fixture geen DMX-consolegegevens en worden de bewerkte gegevens direct van toepassing op de fixture. Als deze is ingeschakeld, wordt het consolesignaal ontvangen en worden de consolegegevens gelezen en weergegeven op het bijbehorende kanaalscherm.

Figuur 6-4

De inhoud van de pagina is afhankelijk van de momenteel geselecteerde kanaalmodus, en de kanaalinhoud en volgorde zijn conform de kanaaltabel van de fixture. Via deze pagina kunt u 10 scenes bewerken, zoals weergegeven in de volgende tabel:

Scene-modus

Scene Selecteren	Selecteer het huidige werkschema.
Scene Selecteren	1~10	De 10 scenes instellen in het formaat
Scene Tijd	Stelt de retentietijd van de huidige scène in wanneer deze automatisch is; de uiteindelijke tijd wordt bepaald door de scenetijdmultiplicator, eenheid in 0,1 seconden.
	0	De huidige scène wordt niet uitgevoerd bij automatische scènesuitvoer.
	1-255	0,1s-25,5s
Besturingsmodus	Kies of u de console wilt gebruiken om de instelgegevens te manipuleren
	Afgeschakeld	Het is niet mogelijk om vanaf de huidige interface de console te bedienen en de gegevens direct in te stellen
	Aan	Bij gebruik van consolebediening heeft de consolengegevens voorrang bij het instellen, en is de instelling op de huidige interface ongeldig
1. PAN	0-255	Stel de gegevens van elk kanaal in, en de inhoud en volgorde van de weergave komen één-op-één overeen met de kanaallijst van de fixture.
……	0-255
……	0-255
N. Functie	0-255

Als het resetkanaal in de scène de effectieve resetgegevens bewerkt, zal de fixture opnieuw instellen, maar na het resetten wordt de bijbehorende resetkanaalwaarde automatisch op 0 gezet, om te voorkomen dat meerdere opeenvolgende resets plaatsvinden.

Op deze pagina kunt u de huidige kanaaltabelpositie van de fixture vinden. Voor specifieke kanaalgegevens verwijzen wij u naar de gedetailleerde kanaalomschrijving.

5. Lichtloopparameter instellen

Figuur 6-5

Ga naar de pagina zoals weergegeven in figuur 6-5 en stel de veldparameters van de fixture in, om bijvoorbeeld de installatie van de fixture te vergemakkelijken.

Instelling voor gevorderden

Pan Inverteren	Stel de draairichting van PAN in
	Afgeschakeld
	Aan
Tilt Inverteren	Stel de draairichting van TILT in
	Afgeschakeld
	Aan
P/T Correctie	Opstellen van de fixture om XY-verloren stap te detecteren en te corrigeren
	Afgeschakeld	Ongecorrigeerde positie na uit stap
	Aan	Na het verliezen van de stap wordt de positie automatisch gecorrigeerd en wordt de foutmelding 'uit stap' vastgelegd.
Pan-offset	Instellen van het nulpunt van de PAN van de fixture
	4-150
Tilt-offset	Instellen van het nulpunt van de TILT van de fixture
	4-48
DATA HOLD	Wanneer de fixture niet is uitgerust met DMX-signaal, is de uitgangstoestand van de fixture
	Afgeschakeld	Geen signaal, dus de motor en lichtbron keren terug naar de positie en toestand van bij de voltooiing van de reset.
	Nee	Geen signaal, behoud de uitvoer van de laatste DMX-gegevens.
Scene Tijd (meervoudig)	Werk samen met de sceneduur om de sceneduur vast te stellen
	1-255	Vastgehoudene tijd = Sceneduur * meervoudig
Lampmodus	(lamplichtbron) Stel de manier in om bij het inschakelen de lamp eerst te openen
	Aansteken	Zet de lamp aan bij het opstarten en reset de lamp na 30 seconden.
	Na reset	Reset de lampunit 3 seconden na het inschakelen en zet de lamp aan na de reset.
	Handmatig	Na het resetten, schakel de lamp handmatig in via het menu of het bedieningspaneel.
Herstellen	Roep het bevestigingsvenster op, selecteer "JA" en reset de fixture.
Fabrieksinstelling	Roep het bevestigingsvenster op, selecteer "JA" en herstel de lampparameters naar de fabrieksinstellingen.

Bij het kiezen van de opstartmodus, wacht de lamp 30 seconden na het inschakelen. Laat de lamp volledig opstarten, zodat de interne spanning stabiel is, en start daarna het resetprogramma. Als de veldcapaciteit stabiel is, wordt de opstartmodus aanbevolen.

Wanneer de fixture de positie niet kan kalibreren, controleer dan of "P/T Correctie" is uitgeschakeld.

Wanneer het signaal is losgekoppeld, controleer eerst de instelling voor gegevensbehoud als de positie van de fixture niet wordt uitgevoerd zoals verwacht.

Bij het instellen van de XY-offset, controleer na het instellen eerst met behulp van de maximale slag de besturing van XY, zodat XY niet tegen de positioneringspen of de behuizing aanbotst.

6. Status en informatie

Figuur 6-6

Bij het openen van de pagina zoals weergegeven in Figuur 6-6, kunt u de informatie en de huidige status van de fixture bekijken om de gebruiksstatus ervan te achterhalen. Als de fixture klantenservice nodig heeft, geef dan de statusinformatie die op de pagina wordt weergegeven als basis voor beoordeling, zoals aangegeven in de volgende tabel:

STATUSINFORMATIE

Stappenmotorinformatie	Toon de statusinformatie van alle motoren en signalen in de fixture.
	HAL	Geen weergave, wat betekent dat de motor geen Hall-sensor heeft; 0 betekent dat de motor zich buiten het correctiepunt bevindt; 1 betekent dat de motor zich in het correctiepunt bevindt
	Status	Toon de status van de motorreset
	Pan	Toon de actuele positiewaarde van de PAN-optokoppelervoorziening
	Kantelen	Toon de actuele positiewaarde van de TILT-optokoppelervoorziening
	PAN OP	Toont de signaalniveaustoestand van de PAN TILT-optokoppeler, binair
Foutregistratie	Toon de nieuwste 8 foutrecords wanneer de installatie wordt gereset en draait. De foutrecords worden niet opgeslagen na een stroomuitval. De huidige stroomcyclus is geldig.
	Foutregistratie	Totaal aantal gedetecteerde fouten na inschakelen
	12：03	De tijd van stroomuitval wanneer de fout optreedt, in minuten.
	Hall-fout	Er wordt geen geldig Hallsignaal gedetecteerd wanneer de motor wordt gereset
	Hall kortgesloten	Bij het resetten van de motor is het Hallsignaal van de motor altijd actief
	Optische fout	Er wordt geen effectief signaal van de optocoupler gedetecteerd wanneer de motor wordt gereset.
	Losse stop	De overeenkomstige motor is uit fase tijdens zijn werking.
	Aanstoot	De positionerende staaf raken wanneer de motor wordt gereset
	Lampfout	Lampexplosie-ongeval
	NTC-fout	Het signaal van de temperatuursensor is abnormaal
	Ventilatorfout	De hoofdventilator werkt niet correct.
Fixture status	Geeft de kritieke statusgegevens van de huidige fixture weer voor naslag.
	Communicatieprec	0~100%, Communicatiekwaliteit van de interne datalink van lampen en lantaarns
	Fout Cnt	Het aantal foutieve frames dat na het inschakelen is gedetecteerd, en het totaal aantal foutieve frames dat is gedetecteerd.
	Lichttemperatuur	Geeft de temperatuur van de huidige lichtbron weer, "---" betekent geen detectie.
	Paneeltemperatuur	Geeft de temperatuur van het huidige displaypaneel of de omgevingstemperatuur weer.
	Sensor1 Temperatuur	Geeft de omgevingstemperatuur van de moederbordtemperatuur of van de installatiepositie van het moederbord weer.
Versie	Geeft de informatie en versie van de huidige fixture weer, belangrijke referentie voor de nasale onderhoudsdienst.
	Apparatuur	De naam van de fixture is hetzelfde als de apparaatinformatie van RDM.
	Model	Het type fixture is hetzelfde als de modelinformatie van RDM.
	Paneel	Firmwareversie en serienummer van het bedieningspaneel
	Moederbord	Firmwareversie en serienummer van moederbord 1
Lichttijd	Registreert de totale cumulatieve tijd dat de lichtbron geopend is geweest, eenheid minuut, handmatige reiniging door de gebruiker, als referentie voor het geplande onderhoud van de lichtbron.
TOTALE TIJD	De totaal opgelopen tijd waarin de fixture geopend is geweest, mag niet worden verwijderd.

Hoofdstuk 3 Kanaalomschrijving

1. Kanaaltabel

Opmerking: de kanaal tabellen van verschillende lampen zijn verschillend. De volgende kanaal tabellen zijn uitsluitend ter referentie

Dit luminantie kanaal kan in scènemodus worden bekeken in volgorde, kanaalmodus wordt ingesteld op de pagina "Adresinstellingen", specifieke gegevens zijn als volgt:

KANAALTABEL

16 Kanaal Modus:

LIJST-1	Naam	Waarde	SAMENVATTING
[ CH1 ]	Kleur	0-3	Wit
		4-7	Kleur1
		8-11	Kleur2
		12-15	Kleur3
		16-19	Kleur4
		20-23	Kleur5
		24-27	Kleur6
		28-31	Kleur7
		32-35	Kleur8
		36-39	Kleur9
		40-43	Kleur10
		44-47	Kleur11
		48-51	Kleur12
		52-55	Kleur13
		56-59	Kleur14
		60-63	Wit+kleur1
		64-67	Kleur1+kleur2
		68-71	Kleur2+kleur3
		72-75	Kleur3+kleur4
		76-79	Kleur4+kleur5
		80-83	Kleur5+Kleur6
		84-87	Kleur6+Kleur7
		88-91	Kleur7+Kleur8
		92-95	Kleur8+Kleur9
		96-99	Kleur9+Kleur10
		100-103	Kleur10+Kleur11
		104-107	Kleur11+Kleur12
		108-111	Kleur12+Kleur13
		112-115	Kleur13+Kleur14
		116-127	Kleur14+Wit
		128-191	Voorwaarts draaien (snel naar langzaam)
		192-255	Roteer achteruit (langzaam naar snel)
[ CH2 ]	Strobo	0-3	Goede
		4-103	Pulsstrobe van langzaam naar snel
		104-107	Openen
		108-207	Strobe van langzaam naar snel
		208-212	Openen
		213-251	Willekeurige strobe van langzaam naar snel
		252-255	Openen
[ CH3 ]	Dimmer	0-255	0-100% dimmer
[ CH4 ]	Gobo	0-3	Wit
		4-7	Gobo1
		8-11	Gobo2
		12-15	Gobo3
		16-19	Gobo4
		20-23	Gobo5
		24-27	Gobo6
		28-31	Gobo7
		32-35	Gobo8
		36-39	Gobo9
		40-43	Gobo10
		44-47	Gobo11
		48-51	Gobo12
		52-55	Gobo13
		56-59	Gobo14
		60-63	Gobo15
		64-67	Gobo16
		68-71	Gobo17
		72-113	Roteer achteruit (snel naar langzaam)
		114-117	Stop
		118-159	Roteer vooruit (langzaam naar snel)
		160-166	Gobo1 schudden, langzaam naar snel
		167-172	Gobo2 schudden, langzaam naar snel
		173-179	Gobo3 schudden, langzaam naar snel
		180-185	Gobo4 schudden, langzaam naar snel
		186-191	Gobo5 schudden, langzaam naar snel
		192-198	Gobo6 schudden, langzaam naar snel
		199-204	Gobo7 schudden, langzaam naar snel
		205-211	Gobo8 schudden, langzaam naar snel
		212-217	Gobo9 schudden, langzaam naar snel
		218-223	Gobo10 schudden, langzaam naar snel
		224-230	Gobo11 schudden, langzaam naar snel
		231-236	Gobo12 schudden, langzaam naar snel
		237-243	Gobo13 schudden, langzaam naar snel
		244-249	Gobo14 trillen, langzaam naar snel
		250-255	Gobo15 trillen, langzaam naar snel
[ CH5 ]	Prisma1	0-31	Geen
		32-255	Stilstaand prisma1
[ CH6 ]	Prisma2.R	0-127	0-360(graden)
		128-191	Roteer vooruit (langzaam naar snel)
		192-255	Roteer achteruit (langzaam naar snel)
[ CH7 ]	Prisma2	0-31	Geen
		32-255	Voeg prisma2 in
[ CH8 ]	Prisma2.R	0-127	0-360(graden)
		128-191	Roteer vooruit (langzaam naar snel)
		192-255	Roteer achteruit (langzaam naar snel)
[ CH9 ]	Focus	0-255	Ver van dichtbij
[ CH10 ]	Pan	0-255	0-540(graden)
[ CH11 ]	Pan Fijn	0-255	0-2(graad)
[ CH12 ]	Kantelen	0-255	0-270(graad)
[ CH13 ]	Kantel Fijn	0-255	0-1(graad)
[ CH14 ]	PT Snel	0-255	Snel naar langzaam
[ CH15 ]	Frost	0-127	Geen
		128-255	Frost invoegen
[ CH16 ]	Herstellen	0-99	Geen
		100-105	Lamp uit
		106-139	Geen
		140-145	Reset de effectmotor na 3 seconden
		146-149	Geen
		150-199	Reset de Pan- en Titlmotor na 3 seconden
		200-205	Lamp aan
		206-254	Geen
		255-255	Reset de fitting over 3 seconden

Meer producten

AOPU 12*18W RGBWA+UV 6IN1 Waterdichte LED Par Lampen Omhooglichten Accu Draadloze Podiumlampen IP66 Buitenlampen voor DJ Feest
AOPU 220W Wit+Warmwit LED Panel Licht Fotografie Studio Flits LED Video Podium Licht
AOPU RGBW 6 stuks 10W Bee Eyes en 1 stuks 30W draaierobot LED moving head lamp
AOPU 7x 60W RGBW Buitenkoplicht met LED-filament IP65 voor buitenevenementen

STRAALLICHTREEKS